Voorjaarsnota 2022: welke belastingverhogingen worden ingezet om de gaten te dichten?

In de voorjaarsnota van 20 mei 2022 zijn plannen opgenomen om de grote dervingen in de inkomsten in de staatskas op te vangen. Er wordt al langer gesproken over de versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), het zwaarder belasten van vermogenden en het belasten van ondernemers die via een BV ondernemen.

Aan de BOR wordt niet in de voorjaarsnota gesleuteld. Hiervoor wacht men de evaluatie af van later dit jaar. De plannen om de vermogenden zwaarder te belasten zijn in de voorjaarsnota wel aangekondigd. Hieronder volgt een samenvatting van de plannen.

1. VPB: verlagen schijfgrens naar € 200.000

2. Box 3 voorgenomen verhoging heffingsvrijevoet terugdraaien

3. Box 2: twee schijven: 26% over € 67.000 en 29,5% over het meerdere per 2024

4. Box 2: gebruikelijkloonregeling wordt aangepast. DGA's moeten hierdoor meer salaris aan zichzelf uitkeren. De doelmatigheidseis wordt verlaagd van 25% naar 15%

5. Box 2 en 3: Afbouw algemene heffingskorting door niet alleen rekening te houden met het box 1 inkomen, maar ook met het box 2 en box 3 inkomen.

6. 30%-regeling beperken tot Balkenende norm (€ 216.000).

7. Algemeen tarief overdrachtsbelasting van 9% naar 10,1%

8. AOW: Afschaffen inkomens ondersteuning AOW

9. Terugdraaien voorgenomen verhoging ouderenkorting

10. Afschaffen Fiscale oudedagsreserve (FOR)

Gevolgen DGA/ondernemers:

Voor de DGA hebben bovenstaande plannen tot gevolg dat de belasting over winsten boven de € 200.000 behaald in de BV tegen 47,7% wordt belast. Bij winsten van minder dan € 200.000 bedraagt het tarief 37,1%. (gecombineerde vpb- en ib-tarief). Kleine ondernemingen worden met deze regels derhalve redelijk ontzien. Maar wordt er meer dan € 200.000 winst gemaakt, dan stijgt het effectieve tarief naar mijn mening onevenredig. Een politieke keuze. De wijziging van de gebruikelijk loonregeling leidt tot een hogere aftrekpost bij de BV, waardoor deze regeling een geringer effect heeft op de belastingdruk bij een DGA.

Een belastingheffing van bijna 50% over de winst van een BV staat naar mijn mening niet in verhouding tot de risico's die door een ondernemer worden genomen.

"Vermogensvlucht licht op de loer"

Gevolgen vermogenden:

Een vermogende kan zijn vermogen in box 3 of in box 2 hebben opgebouwd.

Box 2: Vermogen in box 2 wordt door de aanpassingen in de Vpb en de verhoging van het box 2 tarief fors hoger belast. De vrijgestelde beleggingsinstelling VBI wordt door deze plannen mogelijk weer interessant. Of een emigratie uit Nederland voorafgaand aan de verhoging van het ab-tarief. Vermogensvlucht voor eind 2023 licht op de loer.

Box 3: Vermogen in box 3 wordt vanaf 2025 tegen het werkelijke rendement belast. Over dit nieuwe stelsel is nog maar weinig bekend en ook zijn de tarieven niet bekend. In deze voorjaarsnota staat hierover niets. De nu aangekondigde maatregelen hebben door vermindering van belastingkortingen de grootste gevolgen voor vermogende 66-plussers (AOW-leeftijdsgrens).

Geen bredere visie

De voorstellen zijn vooral een verzameling van plannen die niet in samenhang met een breder plan worden genomen. Door telkens de belastingplannen aan te passen om de overheidsfinanciën weer in balans te brengen ontstaat een gefragmenteerd stelsel. Er wordt al jaren gepleit voor een volledige herziening van ons belastingstelsel (onder andere in 2014, in 2018, in 2022). Wanneer zou dat komen?